direct naar inhoud van 3.4 Ecologie
Plan: Esweg Zuid-Oost Norg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2009BP012-vg01

3.4 Ecologie

Sinds 1 april 2002 regelt de "Flora- en faunawet" de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Met de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet is een belangrijk deel van de doorwerking van de Vogel- en Habitatrichtlijn geregeld. Samen met de Natuurbeschermingswet heeft de Flora- en faunawet tot doel de Nederlandse natuur te beschermen. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. De "Flora- en faunawet" heeft dan ook belangrijke consequenties voor ruimtelijke plannen.

Op grond van het onderzoek van ARCADIS (oktober 2010) kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Het plan maakt geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Ingrepen buiten de EHS hoeven niet te worden beoordeeld op hun effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden binnen de EHS.
  • Het plan heeft geen invloed op Natura 2000-gebieden. Een nadere toetsing aan de Natuurbeschermingswet is dan ook niet aan de orde.
  • In het plangebied komen beschermde soorten van de Flora- en faunawet voor.
  • Door naleving van het ecologisch protocol (zie § 3.5) kan een groot deel van de negatieve gevolgen voor beschermde soorten voorkomen of beperkt worden.
  • Niet alle schade is te vermijden, waardoor voor kleine zoogdieren en amfibieën verbodsbepalingen worden overtreden. Voor deze soorten geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen.
  • Schade aan de huismus en gewone dwergvleermuis wordt volledig gemitigeerd middels het ecologisch werkprotocol en er worden voor deze soorten geen verbodsbepalingen overtreden. Voor beide soorten is dan ook geen ontheffing vereist.
  • Voor de vrijgestelde soorten en niet beschermde soorten geldt de zorgplicht. Aan de zorgplicht kan worden voldaan door tijdens de uitvoering de maatregelen uit het ecologisch protocol te volgen.
  • Wanneer andere ruimtelijke ingrepen plaatsvinden anders dan de beschreven ingrepen in deze rapportage, dienen ook deze ingrepen getoetst te worden aan de wettelijke kaders van de natuurwetgeving. De conclusies kunnen dan afwijken van de bovenstaande conclusies.

Aanbevolen wordt, om zekerheid te verkrijgen dat de schade beperkende maatregelen voldoende zijn, deze maatregelen laten beoordelen door Dienst Regelingen. Dit kan door ontheffing aan te vragen. Indien de mitigerende maatregelen zijn goedgekeurd ontvangt u van de Dienst Regelingen een besluit (een positieve afwijzing) waarin staat dat geen ontheffing nodig is.

Op 12 oktober 2010 is hiertoe een verzoek ingediend en op 30 november 2010 en 1 maart 2011 zijn aanvullingen verzonden aan de Dienst Regelingen. Op 10 maart 2011 is door de Dienst Regelingen ontheffing verleend.

De natuurtoets en de ontheffing zijn als Bijlage 6 Quickscan ecologie en Bijlage 7 Ontheffing ruimtelijke ingrepen toegevoegd bij dit plan.