De voor 'agrarisch met waarden - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. agrarische cultuurgrond;
b. houtsingel ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel'
c. behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
In de bestemming is houtteelt, boomteelt en/of fruitteelt in boomgaarden niet begrepen.
5.2 Bouwregels
a. Ten aanzien van deze bestemming geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
1. het aanbrengen van opgaande beplanting;
2. het vellen, rooien of beschadigen van de houtsingels;
3. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, diepploegen, egaliseren en ophogen;
4. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
5. het verharden en verwijderen van paden;
6. het aanleggen van een (verharde) weg ten behoeve van een agrarisch bedrijf.
b. De in lid 5.3, sub a bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreffen:
1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van de inwerkingtreding van deze beheersverordening;
2. die het normale onderhoud tot doel hebben;
3. die graafwerkzaamheden vormen als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.
c. De in lid 5.3, sub a bedoelde vergunning mag geen onevenredige afbreuk doen aan de in lid 5.1 omschreven waarden.
d. Indien de omgevingsvergunning gevolgen kan hebben voor de waterhuishouding, wordt de aanvraag voor de vergunning voorgelegd aan het betreffende waterschap met het verzoek de aanvraag te voorzien van een deskundigenadvies.