Plan: | Esweg Zuid-Oost Norg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1699.2009BP012-vg01 |
Op 2 juni 2010 is de nieuwe Omgevingsvisie door de provincie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie van de provincie Drenthe beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna.
De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijk domein.
De provincie wil ontwikkelingen stimuleren die een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe. Deze kwaliteit zit in het zorgvuldig gebruikmaken van de ruimte, het behouden en waar mogelijk versterken van de kernkwaliteiten en het waarborgen van de kwaliteit van het milieu en de leefomgeving.
Bij ontwikkelingen wordt gebruik gemaakt van de structurerende werking van:
Om zorgvuldig ruimtegebruik in Drenthe te stimuleren wordt wonen en werken waar mogelijk gebundeld. Verdichting gaat vóór uitbreiding. Extra ruimte voor wonen en werken is er in (of aansluitend op) het bestaande bebouwde gebied en rond de regionale voorzieningen voor infrastructuur en openbaar vervoer. Het is niet de bedoeling dat dit streven ten koste gaat van cultuurhistorisch waardevolle dorpskernen. In zulke situaties wordt met de betrokken partijen een maatwerkoplossing gezocht.
Ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit
Ruimtelijke kwaliteit is een begrip waarvoor geen scherpe definitie bestaat. Voor de provincie is ruimtelijke kwaliteit een optelsom van de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde. De kernkwaliteiten vormen de belangrijkste basis voor het begrip 'ruimtelijke kwaliteit'. De kernkwaliteiten dragen bij aan de samenhang, identiteit en herkenbaarheid van de omgeving. Daarnaast zijn zorgvuldig ruimtegebruik en milieu- en leefomgevingkwaliteit van belang.
Wonen
Voor het verbeteren van de kwaliteit van de woonomgeving stelt de provincie Drenthe middelen beschikbaar uit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Prioriteit wordt gegeven aan projecten in centrumgebieden, transformatiegebieden en vroeg-naoorlogse wijken.
Regionale afstemming
De provincie wil zich bij het wonen meer richten op het regionale niveau en meer op kwaliteit. De kwaliteit van de inrichting van de woonomgeving is in de eerste plaats een gemeentelijke verantwoordelijkheid en gaan ervan uit dat gemeenten woonplannen opstellen, waarin op planmatige en samenhangende wijze het woonbeleid van de gemeente invulling krijgt en eigen keuzes inzichtelijk worden gemaakt.
De woonopgave dient tot stand te komen middels een goede regionale samenwerking en afstemming. Gelet op de demografische ontwikkelingen vindt de provincie het belangrijk dat woningbouwprogramma's in een bovenlokale strategie worden vervat. Om onderlinge concurrentie te voorkomen en de diversiteit in het regionale aanbod te vergroten, worden regionale afspraken gemaakt. Voor de onderbouwing van deze afspraken stellen de regio's een regionale woonvisie op, waarin kwantiteit en kwaliteit van bouwprogramma's op elkaar zijn afgestemd. Gemeentelijke woonplannen vormen een belangrijke basis voor regionale woonvisies. Op basis van verhuisbewegingen en woon-werkverkeer zijn de volgende drie regio's gedefinieerd:
Kwantitatief plafond
Op basis van de bevolkingprognose is voor de regio waarbinnen Noordenveld valt, een nettotoename van 11.800 woningen. Dit aantal komt onder andere uit de opgave van de Regio Groningen-Assen.
Naast het kwantitatieve plafond wordt ook gekeken naar het kwalitatieve aanbod, waar aansluiting met diverse behoeften, zoals bijvoorbeeld van senioren, wordt gezocht.
De toedeling van de woonopgave aan de (sub)streekcentra en overige kernen is de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Er wordt verwacht van gemeenten dat de toedeling gebeurt op basis van de functie van de kern binnen de gemeente. Het is van belang dat, waar mogelijk, de woonopgave van deze kernen wordt benut om de dorpsranden 'af te hechten.' Dit verbetert de ruimtelijke kwaliteit.
Zorgvuldig ruimtegebruik en kernenstructuur
De gelaagde kernenstructuur van een regio is de basis voor het invullen van de woningbehoefte. Verder is het belangrijk dat regio's overeenkomstige uitgangspunten hanteren bij locatiekeuzes. Het uitgangspunt 'inbreiding voor uitbreiding' wordt gehanteerd, pas als dit niet mogelijk is wordt gekozen voor nieuwe uitleglocaties.
Voor het onderhavige bouwplan is herstructurering van toepassing.