direct naar inhoud van 4.4 Planologisch-juridische regeling
Plan: Esweg Zuid-Oost Norg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2009BP012-vg01

4.4 Planologisch-juridische regeling

De te realiseren woningen krijgen de bestemming "Wonen" en "Tuin" (de bestemming “Tuin” ter plaatse van voorkantsituaties en bij naar de weg of naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijden).

In de regels voor “Wonen” is bepaald dat de hoofdgebouwen binnen het aangegeven bouwvlak gerealiseerd moeten worden. Het maximaal aantal bouwlagen van de woningen zijn in de regels als op de verbeelding aangegeven. Zo mag de goothoogte voor woningen in één bouwlaag met kap niet minder dan 2 m en niet meer dan 4 m bedragen, terwijl de maximale bouwhoogte niet meer dan 8 m mag bedragen. De zijdelingse afstand tussen de woningen met lage gootlijn (één bouwlaag met kap) bedraagt niet minder dan 6 m (of een afstand van minimaal 3 m tot de zijdelingse perceelgrens). Voor woningen in twee bouwlagen met kap is bepaald dat de goothoogte niet minder dan 4 m en niet meer dan 6 m mag bedragen, terwijl de maximale bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen. Voor woningen met een hoge gootlijn (twee bouwlagen met kap) bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 5 m. Alle hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap, waarvan de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° mag bedragen. Het bouwtype van de woningen (hoofdvorm) staat vermeld in het bouwvlak als bouwaanduiding. Uit de diepte van het aangegeven bouwvlak blijkt de maximaal toegestane bouwdiepte (12 m) van het hoofdgebouw. Er wordt juridisch geen verschil gemaakt in woningen die levensloopbestendig zijn en/of eengezinswoningen.

Voor wat betreft bijbehorende bouwwerken (aan-, uitbouwen en bijgebouwen) geldt dat deze binnen het bouwvlak, dan wel ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouwen' dienen te worden gebouwd. Deze gebouwen dienen te worden geplaatst op een afstand van ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde voorgevel van het hoofdgebouw. Bij een platte afdekking bedraagt de bouwhoogte maximaal 3,5 m. Bij toepassing van een kap gelden dezelfde dakhellingen als bij het hoofdgebouw, bedraagt de goothoogte maximaal 3,5 m en bedraagt de bouwhoogte maximaal 80% van de daadwerkelijke bouwhoogte van het hoofdgebouw (i.v.m. ondergeschiktheid). De afstand tot de zijdelingse perceelgrens is minimaal 1 m. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 60 m2 per woning bedragen, waarbij tevens niet meer dan 50% van het bouwperceel bebouwd mag worden.

De esrand en het pad aan de zuidzijde krijgt de bestemming "Groen".

De bestaande wegen, met daarbij behorende bermen, delen groen en parkeervoorzieningen vallen binnen de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied".

Verder is er sprake van een gebied met een archeologische verwachtingswaarde. Ter plekke is een dubbelbestemming opgenomen. Diverse werkzaamheden zijn zonder een daarop gerichte omgevingsvergunning niet toegestaan binnen het aangegeven gebied. Daarbij dient te zijn aangetoond dat de archeologische waarden niet worden aangetast.