Artikel 18 Wonen - Boerderij
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Boerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen, in de vorm van woonboerderijen;
-
b. aan huis verbonden werkactiviteiten en/of een bed & breakfast;
-
c. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
-
d. de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de woonboerderij ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
met daaraan ondergeschikt:
-
e. paden, verhardingen en parkeervoorzieningen;
-
f. groenvoorzieningen;
-
g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
h. gebouwen;
-
i. tuinen, erven, en terreinen;
-
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
k. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden.
De rijksmonumentale panden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Woonboerderijen
Voor woonboerderijen gelden de volgende regels:
-
a. het hoofdgebouw dient uitsluitend binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. woonboerderijen mogen gedeeltelijk worden veranderd, vernieuwd dan wel eenmalig worden gewijzigd (uitgebreid of verminderd) met ten hoogste 10% van het grondvlak, mits de bestaande hoofdvorm van het gebouw - welke vorm wordt bepaald door de goothoogte, nokhoogte en dakvorm - gehandhaafd blijft;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitbreiding hoofdgebouw toegestaan' is uitsluitend de bestaande uitbreiding achter de monumentale woonboerderij toegestaan'
-
d. indien de bestaande woonboerderij door een calamiteit of anderszins is tenietgegaan en een nieuwe, vervangende woonboerderij wordt gebouwd, dient de uitwendige verschijningsvorm van de nieuw te bouwen woonboerderij te voldoen aan de oorspronkelijke vormen van de tenietgegane woonboerderij, welke vorm destijds werd bepaald door de goothoogte, nokhoogte en dakvorm, waarbij een afwijking van 10% van het bestaande grondvlak is toegestaan;
-
e. het aantal wooneenheden per woonboerderij mag niet meer bedragen dan twee.
18.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
Voor een aanbouw, een uitbouw en een bijgebouw gelden de volgende regels:
-
a. aan-, uitbouwen en bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak, dan wel ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' te worden gebouwd;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' zijn uitsluitend de bestaande aan-, uitbouwen en bijgebouwen toegestaan;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' mogen geen bijgebouwen worden gebouwd.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg, dan wel naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht, mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
-
b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid,
nadere eisen stellen aan:
-
a. de goot- en bouwhoogte van gebouwen.
18.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits de noodzaak wordt aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid,
afwijken van het bepaalde in:
-
a. lid 18.2.1, sub a voor het overschrijden van de bouwgrens, indien dit noodzakelijk is voor de eenmalige uitbreiding van het bestaande grondvlak met ten hoogste 10% van het grondvlak, als bedoeld in lid 18.2.1, sub b.
18.5 Specifieke gebruiksregels
18.5.1 Aan huis verbonden werkactiviteiten
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de woonfunctie moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;
-
b. de aan huis verbonden werkactiviteit mag uitsluitend inpandig worden verricht;
-
c. niet meer dan 30% van de oppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen mag worden aangewend ten dienste van deze activiteit met een maximum van 45 m²;
-
d. indien er tevens sprake is van een bed & breakfastvoorziening, dan mag de gezamenlijke oppervlakte van beide activiteiten niet meer bedragen dan onder c is genoemd;
-
e. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die de aan huis verbonden werkactiviteiten uitoefent;
-
f. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren, dan wel mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of de buurt, hetgeen inhoudt dat:
-
1. de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar moet zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;
-
2. niet met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken ten behoeve van bedrijven die vergunningplichtig of meldingplichtig zijn krachtens de milieuwetgeving;
-
3. werkactiviteiten bovendien uitsluitend zijn toegestaan indien deze voorkomen in, of gelijk te stellen zijn met de categorieën 1 en 2 als vermeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van
bedrijven;
-
4. behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met de aan huis verbonden werkactiviteiten, geen detailhandel mag plaatsvinden;
-
5. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein aan de vrijstaande zijde van de woning.
18.5.2 Bed & breakfast
Het gebruik van de woning en bijbehorende gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de woonfunctie moet in ruimtelijke en visuele zin primair blijven;
-
b. de vestiging van een bed & breakfastvoorziening is uitsluitend binnen de bestaande bebouwing op het bouwperceel toegestaan;
-
c. niet meer dan 30% van de oppervlakte van de woning en bijbehorende gebouwen mag worden aangewend ten dienste van deze activiteit, met een maximum van 45 m2;
-
d. indien er tevens sprake is van een aan huis verbonden werkactiviteit, dan mag de gezamenlijke oppervlakte van beide activiteiten niet meer bedragen dan onder c is genoemd;
-
e. degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die de bed & breakfastvoorziening uitoefent;
-
f. aan maximaal vijf personen mag nachtverblijf worden verschaft;
-
g. een bed & breakfastvoorziening mag geen tekenen van een wooneenheid, zoals een keuken vertonen;
-
h. als een bed & breakfastvoorziening wordt uitgeoefend in een vrijstaand bijgebouw, dan moet het bijgebouw op het bij de woning behorende erf staan;
-
i. de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten moet qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;
-
j. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein aan de vrijstaande zijde van de woning.
18.5.3 Paardenbakken
In de bestemming is het gebruik van de gronden voor paardenbakken toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. per woning is maximaal één paardenbak toegestaan;
-
b. de oppervlakte van de paardenbak mag niet meer bedragen dan 1.200 m²;
-
c. de paardenbak dient te worden geplaatst op of aan het bouwperceel, binnen een afstand van 30 m van het perceel;
-
d. de afstand tot de woning van derden bedraagt minimaal 30 m;
-
e. de afstand tot het perceel van derden bedraagt minimaal 3 m;
-
f. er mag geen sprake zijn van onevenredige negatieve effecten op de omgeving en de kwaliteit van het woongenot van derden;
-
g. de omheining bestaat uit een open constructie met een maximale hoogte van 1,5 m.
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
18.6.1 Kinderdagverblijven
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 18.1 ten behoeve van de vestiging van kinderdagverblijven, mits:
-
1. het kinderdagverblijf in ruimtelijke en visuele zin past binnen het woongebied;
-
2. geen sprake is van onevenredige verkeersaantrekkende werking;
-
3. het bebouwingsbeeld niet wordt aangetast;
-
4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat er dient te worden geparkeerd op eigen terrein aan de vrijstaande zijde van de woning.
18.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
-
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
-
b. De onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm wordt veroorzaakt.