direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Landschap
vastgesteld
NL.IMRO.1699.2012BV002-vg01

Artikel 25 Waarde - Landschap

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de essen, esranden en ontginningen.

25.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

25.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 25.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de essen, esranden en ontginningen.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het ophogen, ontgronden, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen van de bodem, waartoe ook wordt gerekend het aanleggen van drainage;
  • 2. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen over een oppervlakte groter dan 50 m2;
  • 3. het aanleggen, verbreden of dempen van watergangen, vijvers en andere wateren over een oppervlakte groter dan 50 m2;
  • 4. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • 5. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • 6. het planten of verwijderen van boombeplantingen.
25.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

De in lid 25.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:

  • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van de inwerkingtreding van dit plan;
  • 2. die het normale onderhoud tot doel hebben.
25.4.3 Voorwaarden
  • a. De in lid 25.4.1 bedoelde vergunning mag geen onevenredige afbreuk doen aan de in lid 25.1 omschreven waarden.
25.4.4 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders een daartoe aangewezen orgaan om advies.