Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld - veegplan |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1699.2022BP047-vo01 |
het Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld - veegplan met identificatienummer NL.IMRO.1699.2022BP047-vo01 van de gemeente Noordenveld;
het plan met bijbehorende regels en bijlagen en de verbeelding (17 kaarten) met kenmerk NL.IMRO.1699.2022BP047-vo01
160.00.01.23.00
;
de geometrisch bepaalde planobjecten
als vervat in het GML-bestand
met de bijbehorende regels en bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een op de verbeelding aangegeven vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de uitoefening van een beroep, het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, welke activiteiten door de beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
het achter het hoofdgebouw gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen achter de achtergevel en het verlengde daarvan en tussen de zijdelingse perceelgrenzen;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
de gevel van een gebouw, die gesitueerd is tegenover de voorgevel van het betreffende gebouw;
de achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw alsmede de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar toegankelijk gebied;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door het houden van dieren;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend kortdurend logies en ontbijt voor maximaal vijf personen, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in een van de bestaande bijgebouwen en wordt gerund door de gebruiker van het betreffende perceel;
een inrichting of instelling, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden werkactiviteiten daaronder niet begrepen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. zodanige exploitatie dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
een object, waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist, tenzij in de regels anders is bepaald;
stuk grond, beplant met fruitbomen;
bos gericht op houtproductie, natuurbehoud, recreatie en/of kwaliteit van het landschap, waarbij de verschijningsvorm als bos primair is;
het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en/of recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een in de verbeelding aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter;
een bedrijf dat naar de aard van de activiteiten is gebonden aan het buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied;
het in de open lucht tijdelijk opslaan of opgeslagen houden van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
bijeen gegroepeerde voorzieningen ten dienste van het recreatiecentrum, zoals was- en opslagruimte, entree, receptie en horecavoorziening, met dien verstande dat laatstgenoemde voorziening ook voor andere doeleinden dan ten dienste van het recreatiecentrum mag worden gebruikt;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een vorm van recreëren die zich beperkt tot één dag (zonder overnachting), dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld kamperen en dergelijke waarbij men zich voor meerdere dagen van huis begeeft;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
de onderzijde van het schuine gedeelte van het dak;
een samenhangend netwerk van gebieden, dat voldoende robuust is voor een duurzame verbetering van
de omstandigheden voor de wilde flora en fauna en voor natuurlijke leefgemeenschappen;
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ingericht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, dat in beginsel behoort tot het perceel waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat kan blijken uit de kadastrale gegevens en waarvan de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in (tijdelijke) onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festivals, wedstrijden, bijeenkomsten en dergelijke, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
een rechtopstaande pijp aan de top waarvan gas kan worden verbrand;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
een woning of een ander gebouw of object waarvoor ingevolge artikel 82 van de Wet geluidhinder bij Algemene maatregel van bestuur de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting is aangegeven;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
een lijn die de ligging van de voorgevelrooilijn aangeeft;
een zelfstandige verblijfsaccommodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in onder andere gezamenlijke faciliteiten voor logies, dagverblijf en maaltijdbereiding;
een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
agrarisch
bedrijf waarvan de exploitatie geheel of grotendeels gebonden is aan aanwezige gronden, met
uitzondering van varkens-, pluimvee- en geitenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen;
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren (niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij, om daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid) op niet bedrijfsmatige wijze;
het houden van dieren van soorten, in het bijzonder evenhoevigen (runderen, varkens, schapen, geiten), maar ook paarden en pluimvee. Hobbydieren worden niet voor de productie en dus ook niet voor economisch gewin gehouden, maar voor educatieve of recreatieve doeleinden of uit pure liefhebberij. Het houden van hobbydieren is voor de houder een nevenactiviteit, die niet kan worden uitgoefend naast het bedrijfsmatig houden van de genoemde diersoorten;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar constructie en inrichting geschikt is voor de permanente huisvesting van één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep personen;
de hoofdvorm van het gebouw wordt bepaald door het bestaande gevelvlak, de goothoogte, de nokhoogte en de dakvorm;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
een of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere lintbegroeiing van heesters en struiken of bosplantsoen;
het telen van hout gericht op uitsluitend de productie als onderdeel van een agrarisch bedrijf;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan (kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen);
geheel van infiltratie, kwel, dynamiek in waterstanden, ecologische waterkwaliteit en de op basis daarvan aanwezige natuurwaarden;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen
plaatsvindt en die gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-,
vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze
bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering
van grondgebonden melkveehouderij en het biologisch houden van dieren conform de
Landbouwkwaliteitswet;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en die gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, of geitenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van melkrundveehouderij, rundveemesterij waarbij de feitelijke bedrijfsvoering grondgebonden is, vleeskalverhouderij waarbij de feitelijke bedrijfsvoering grondgebonden is, en het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet;
een gevangenis of huis van bewaring als bedoeld in de Penitentiaire beginselenwet, een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden als bedoeld in de Beginselenwet verpleging of een inrichting als bedoeld in de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Onder justitiële inrichting wordt mede verstaan: het vervoer van gedetineerden, verpleegden en jeugdigen van en naar de justitiële inrichting, alsmede alle andere arbeid die justitieel personeel verricht met gedetineerden, verpleegden en jeugdigen buiten de justitiële inrichting;
een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter;
een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening, niet zijnde detailhandel, al dan niet met een (publieksgerichte) baliefunctie, en dient als zelfstandige kantoorruimte;
een dakafdekking onder een hoek vanaf 15° met het horizontale vlak;
beeldbepalende en/of waardevolle bebouwing welke past bij de omgeving;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten;
een waterschapsverordening die gebods- en verbodsbepalingen bevat met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer;
het houden van
een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeerplaatsen;
civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen, niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of op detailhandel en groothandel in ter plaatse geproduceerde producten;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
dieren die in het kader van de uitoefening van een landbouwbedrijf worden gehouden in verband met de productie van bijvoorbeeld melk, vlees, wol, veren of eieren;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur; bij de afweging van het begrip landschappelijke waarde zal de landschaps- en beheersvisie uit het Landschapsbeleidsplan van de gemeente Noordenveld steeds onderdeel van het toetsingskader zijn;
niet bebouwd perceel
met een agrarische bestemming,
of een gedeelte daarvan,
direct grenzend aan
een erf,
dat
in feitelijk opzicht
zodanig
is ingericht
als tuin
dat het aansluit bij het natuurlijke
omliggende landschap, maar dat het
ten dienste
staat
van de woonfunctie;
, maar dat planologisch een
agrarische bestemming heeft;
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en recreatieve voorzieningen, kinderopvang en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen);
een aarden put bekleed met folie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal ten behoeve van de opslag van drijfmest;
een constructie van beton, hout of staal bekleed met folie of beton, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven ten behoeve van de opslag van mest. Onder een mestsilo wordt niet begrepen een mestkelder, zijnde een volledig ondergrondse bak, die is gecombineerd met een gebouw;
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, (bodem)verontreiniging, licht en/of trilling;
tuin voor de verbouw van groenten op het erf van een boerderij of woning;
aangewezen omgevingsgebied van de molen, voor zover die van invloed is op het goed kunnen functioneren van de molen als werktuig en/of als monument, waarbinnen onder andere een onbelemmerde windvang en/of het zicht op de molen worden beschermd;
het kleinschalig vergisten van uitsluitend dierlijke meststoffen tot een hoeveelheid van maximaal 25.000 m3 per jaar;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; bij de afweging van het begrip natuurlijke waarde zal de landschaps- en beheersvisie steeds onderdeel van het toetsingskader zijn;
een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten niet is gebonden aan het buitengebied of waarvan de activiteiten niet zijn gericht op het buitengebied;
een agrarisch bedrijf waarbij in hoofdzaak geen gebruik wordt gemaakt van open grond;
bomen, struiken en andere gewassen die vanaf het maaiveld normaal gesproken geen grotere hoogte dan 1,5 m bereiken, zoals laagstambomen en bessenstruiken;
het vestigen van een functie welke nog niet aanwezig is op de datum van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
een al dan niet door middel van een afscheiding afgezonderd terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en/of berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de bewoning van een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf als hoofdverblijf;
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet, caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden dat, of een daarmee gelijk te stellen groep van personen die het hoofdverblijf elders heeft, gedurende
een gedeelte van het jaar
beperkte niet aaneengesloten
gedeelten van het jaar
als recreatieverblijf te worden
bewoond
gebruikt
;
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen en waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen;
een kwetsbaar en/of beperkt kwetsbaar bouwwerk c.q. object;
de lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;
een niet voor bewoning, al dan niet in het kader van een agrarisch bedrijf bestemd gebouw, dat dient voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een onafgedekte constructie van beton, dan wel een gemetselde constructie ten behoeve van de opslag van kuilvoer;
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
een kleinschalige horecagelegenheid waar uitsluitend niet-alcoholische dranken en kleine koude gerechten worden geserveerd; de openingstijden van en theetuin liggen tussen 9.00 uur en zonsondergang;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een vrij in het open veld staande schuur, uitsluitend bedoeld voor het stallen van vee, de opslag van machines, agrarische producten en/of niet agrarische producten;
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer, die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen, bochten en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een ander bouwwerk dat direct met de grond verbonden is en uitsluitend of in hoofdzaak dient voor de verlichting van objecten en terreinen;
plaatselijke werkgroep die zich bezighoudt met diverse soorten veldwerk met betrekking tot vogels;
het voor het hoofdgebouw gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen voor de voorgevel en het verlengde daarvan tot aan de naar de weg gekeerde perceelgrens;
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig in het plan aangeduide dan wel door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
de voorgevel, het voorerf en het dakvlak aan de voorzijde van een gebouw alsook de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar de weg of het openbaar toegankelijk gebied;
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten, met dien verstande dat zelfstandige fiets- en voetpaden, brandgangen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voor openbaar verkeer openstaande paden hier niet onder worden begrepen;
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel;
het huisvesten in een woning van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en uitsluitend bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder;
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten door reisbureaus, uitzendbureaus, reclamebureaus, architectenbureaus, kapperszaken, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven, kantoren en praktijkruimten;
de gevel van een gebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel;
het naast het hoofdgebouw gelegen gedeelte van het erf, voor zover gelegen naast de zijgevel tot aan de aan die zijde gelegen perceelgrens.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte gemeten tussen de scheidingsconstructies van de afzonderlijke ruimten in een gebouw;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren;
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is.
Alle maten zijn in meters (m) en voor:
In het plan wordt altijd gemeten vanuit het hart van de lijn.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,5 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Het behoud van landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd door middel van behoud van de volgende kenmerken:
Ecologie:
Landschap/cultuurhistorie:
Het recreatief medegebruik is beperkt tot de inrichting en het gebruik van dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen, parkeervoorzieningen, de inrichting van visoevers en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruitteelt zijn in de bestemming begrepen tot een maximale aaneengesloten oppervlakte van 10.000 m2 . De aanleg van (nieuwe) grootschalige boselementen is niet in de bestemming begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten behoeve van de bouw van sleufsilo's tot een maximale bouwhoogte van 3 m en tot een inhoud van maximaal 2.500 m³, uitsluitend indien bedrijfseconomische, planologische, dan wel milieuhygiënische redenen voor plaatsing buiten de bestemming Agrarisch - Bedrijf aanwezig zijn;
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde ten behoeve van het oprichten van tunnelkassen met een hoogte van maximaal 1,2 m, mits de oppervlakte niet meer dan 1.000 m² bedraagt.
De onder lid 3.4.1 en 3.4.2 bedoelde afwijking mag:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
a. Kleinschalig kampeerterrein
Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen' voor kleinschalig kamperen is toegestaan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn genoemd in artikel 48.10 Kleinschalige kampeerterreinen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aantal' het aantal standplaatsen maximaal 25 mag bedragen.
a. Paardenbakken
Het gebruik van de gronden bij (bedrijfs)woningen voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend
indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 onder c voor het aanbrengen van mestbassins tot een inhoud van 2.500 m³, uitsluitend indien bedrijfseconomische, planologische, dan wel milieuhygiënische redenen voor plaatsing buiten de bestemming Agrarisch - Agrarisch Bedrijf aanwezig zijn. Een mestbassin moet voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in lid 3.2.2 onder a.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1.3 voor houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruiteelt, indien het een oppervlakte betreft van meer dan 10.000 m2.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van evenementen.
De in lid 3.7.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van het bouwvlak van aan deze bestemming grenzende agrarische bedrijven, waarbij de totale bebouwde oppervlakte per bedrijf ten hoogste 20.000 m2 mag bedragen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de vestiging van grondgebonden agrarische bedrijven, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de vestiging van nieuwe (boom)kwekerijen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bouw van mestsilo's tot een inhoud van ten hoogste 2.500 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m (inclusief afdekking), mits er bedrijfseconomische, planologische, dan wel milieuhygiënische redenen voor plaatsing buiten de bestemming Agrarisch - Bedrijf aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bestemming Natuur, mits:
Na wijziging zijn de bepalingen van artikel 17 Natuur van toepassing.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
De rijksmonumentale en de provinciaal monumentale panden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De gemeentelijke karakteristieke panden zijn aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
In afwijking in zoverre van het vorenstaande is uitbreiding van agrarische
gebouwen
bebouwing
eerst toegestaan indien voldaan is aan de uitgangspunten zoals verwoord in het Landschapsbeleidsplan, zulks met het oog op een waarborging van een landschappelijk verantwoorde inpassing.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en de dakhelling van bebouwing, met dien verstande dat de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op de als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d, voor het bouwen van stallen, mits is aangetoond dat er geen significant negatieve gevolgen zijn voor de instandhoudingsdoelstelling van Natura 2000-gebieden als gevolg van ammoniakdepositie.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e, ten behoeve van een vergroting van het oppervlak voor fokkerijen, mesterijen en/of pluimvee, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bestaande tak intensieve veehouderij ', mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e, ten behoeve van een vergroting van het oppervlak ten behoeve van fokkerijen, mesterijen en/of pluimvee, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bestaande tak intensieve veehouderij', mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e, ten behoeve van een vergroting van het oppervlak ten behoeve van fokkerijen, mesterijen en/of pluimvee, ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder f, ten behoeve van de nieuwbouw van (co-)vergistingsinstallaties of de vergroting van bestaande (co-)vergistigingsinstallaties.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder j, ten behoeve van een goothoogte van niet meer dan 5,5 m en/of een bouwhoogte van niet meer dan 14 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder j en k, ten behoeve van de bouw van boog- en/of serrestallen, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder a, ten behoeve van de bouw van een tweede bedrijfswoning, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.4 onder b, ten behoeve van de bouw van sleufsilo's buiten het bouwvlak tot een maximale bouwhoogte van 3 m en tot een inhoud van maximaal 2.500 m³.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.4 onder b, ten behoeve van de bouw van mestsilo's buiten het bouwvlak, mits de inhoud ten hoogste 2.500 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 6 m (inclusief afdekking) bedraagt.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.4 onder b, ten behoeve van het oprichten van tunnelkassen met een hoogte van maximaal 1,2 m buiten het bouwvlak, mits de oppervlakte niet meer dan 1.000 m² bedraagt.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e ten behoeve van het oprichten van kassen tot een oppervlakte van maximaal 1.000 m2, mits aangetoond wordt dat een landschappelijk verantwoorde inpassing is gewaarborgd en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – kassen uitgesloten' geen kassen mogen worden opgericht.
De onder 4.4.2 t/m 4.4.12 bedoelde afwijking mag:
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Buitenopslag is toegestaan:
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten in een bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
c. Kleinschalig kampeerterrein
Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen' voor kleinschalig kamperen is toegestaan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn genoemd in artikel 48.10 Kleinschalige kampeerterreinen .
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van het gebruik van bestaande gebouwen voor het houden van landbouwdieren, mits is aangetoond dat er geen significant negatieve gevolgen zijn voor de instandhoudingsdoelstelling van Natura 2000-gebieden als gevolg van ammoniakdepositie.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van (co-)vergisting, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen met betrekking tot de omvang en de capaciteit van de (co-)vergistingsinstallatie in verband met milieuhygiënische en infrastructurele aspecten, alsmede met betrekking tot de landschappelijke inpassing van de (co-)vergistingsinstallatie.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van het toevoegen van een bedrijfstak aan een agrarisch bedrijf, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van het gebruik van de bedrijfswoning van een beëindigd agrarisch bedrijf als woning, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van het bouwvlak van het agrarisch bedrjf, waarbij de totale bebouwde oppervlakte per bedrijf ten hoogste 20.000 m2 mag bedragen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de vestiging van nieuwe (boom)kwekerijen, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van (co-)vergisting bij een agrarisch bedrijf, mits het bedrijf eigen en/of door derden geproduceerde en aangevoerde mest verwerkt, daar eigen en/of van derden afkomstige co-substraten aan toevoegt en het digestaat op de eigen gronden gebruikt, dan wel afvoert naar derden en onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen met betrekking tot de omvang en de capaciteit van de (co-)vergistingsinstallatie in verband met milieuhygiënische en infrastructurele aspecten, alsmede met betrekking tot de landschappelijke inpassing van de (co-)vergistingsinstallatie.
Een besluit tot wijziging wordt niet genomen indien de wijziging een negatieve invloed heeft op de ontwikkelings- en/of gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en gebouwen.
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing, met dien verstande dat van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op de als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder e voor een hogere goothoogte, mits de goothoogte niet meer bedraagt dan 4 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c ten behoeve van de eenmalige uitbreiding van de bedrijfsgebouwen, waaronder kassen zijn begrepen, mits:
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Buitenopslag is toegestaan:
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten in een bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van het gebruik van de bedrijfswoning van een beëindigd kwekerijbedrijf als woning, met dien verstande dat:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het behoud en herstel van landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd door middel van behoud en herstel van de volgende kenmerken:
Ecologie:
Landschap/cultuurhistorie:
Het recreatief medegebruik is beperkt is tot de inrichting en het gebruik van dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen, parkeervoorzieningen, de inrichting van visoevers en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
In de bestemming zijn houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruitteelt, alsmede de aanleg van nieuwe (grootschalige) boselementen niet begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Het gebruik van de gronden bij (bedrijfs)woningen voor paardenbakken is toegestaan, met
uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch
uitgesloten - paardenbak', en uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1.3 voor het gebruik van agrarische cultuurgrond voor houtteelt en opgaande vormen van boom- en fruiteelt.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van evenementen.
De in lid 6.6.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van het agrarisch bedrijf met bebouwing tot ten hoogste een bebouwde oppervlakte van 20.000 m2, alleen in het geval dat het bestaande bestemmingsvlak van het agrarisch bedrijf niet groot genoeg is om de uitbreiding mogelijk te maken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bouw van sleufsilo's tot een bouwhoogte van ten hoogste 3 m en een inhoud van ten hoogste 2.500 m³, mits er bedrijfseconomische, planologische, dan wel milieuhygiënische redenen voor plaatsing buiten de bestemming Agrarisch - Agrarisch Bedrijf aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming Natuur, mits:
Na wijziging zijn de bepalingen van artikel 17 Natuur van toepassing.
De voor 'Bedrijf - Buitengebied gebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn niet in de bestemming begrepen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing, met dien verstande dat van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder b, ten behoeve van de eenmalige uitbreiding van de bedrijfsgebouwen, mits de oppervlakte met niet meer dan 25% wordt vergroot.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.3, onder b, ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend binnen de gebouwen worden uitgeoefend, met dien verstande dat bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden die verband houden met de bedrijfsvoering ook buiten de gebouwen mogen plaatsvinden, voor zover hiervoor een omgevingsvergunning is verleend volgens artikel 2.1 onder e van de Wabo.
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Buitenopslag is toegestaan:
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.1 ten behoeve van de vestiging van buitengebied gebonden bedrijven die:
mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, onder categorieën 1 en 2.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft (voormalige) bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Niet buitengebied gebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn niet in de bestemming begrepen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing, met dien verstande dat van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2.3 onder b ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend binnen de gebouwen worden uitgeoefend, met dien verstande dat bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden die verband houden met de bedrijfsvoering ook buiten de gebouwen mogen plaatsvinden, voor zover hiervoor een omgevingsvergunning is verleend volgens artikel 2.1 onder e van de Wabo.
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Buitenopslag is toegestaan:
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
f. Kleinschalig kampeerterrein
Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen' voor kleinschalig kamperen is toegestaan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn genoemd in artikel 48.10 Kleinschalige kampeerterreinen .
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van de vestiging van buitengebied gebonden bedrijven die:
mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, onder categorieën 1 en 2.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft (voormalige) bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Bedrijf - Ondergrondse gasopslag' aanwezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
dan wel de hoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)', met dien verstande dat vier schoorstenen tot een hoogte van 35 m (inclusief de hoogte van de installaties waarop deze schoorstenen zijn geplaatst) mogen worden opgericht ter plaatse van het bouwvlak waarvoor een maximale bouwhoogte van 22 m geldt;
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn niet in de bestemming begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Bedrijf - Zandwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Geluidzoneringplichtige inrichtingen zijn niet in de bestemming begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing, met dien verstande dat van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op de als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.3 onder b ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
c. Kleinschalig kampeerterrein
Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen' voor kleinschalig kamperen is toegestaan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn genoemd in artikel 48.10 Kleinschalige kampeerterreinen.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geld
ten
de volgende regel
s
:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.4, onder b, ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bedrijfswoning voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldten
de volgende regel
s
:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Maatschappelijk - Justitiële inrichting' aanwezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Het behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd door middel van behoud en herstel van de volgende kenmerken:
Het recreatief medegebruik is beperkt tot de inrichting en het gebruik van dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden en picknickplaatsen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De in lid 17.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het laten vervallen van de aanduiding 'karakteristiek', uitsluitend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de bestemming Natuur in de bestemming Agrarisch of Agrarisch met waarden, uitsluitend in geval van wijziging van de begrenzing van het Nationaal Natuurnetwerk.
De voor 'Natuur - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat de minimale omvang van de bosaanplant 10 ha bedraagt; hiervan kan worden afgeweken als het landgoed een grote meerwaarde met zich meebrengt, in welk geval minimaal 5 ha nieuw bos wordt aangeplant.
Het recreatief medegebruik is beperkt tot de inrichting en het gebruik van dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden en picknickplaatsen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen. Minimaal 90% van het landgoed dient voor het publiek toegankelijk te zijn.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt, met dien verstande dat afscheidingen alleen zijn toegestaan voor zover deze vallen onder de bouwwerken als bedoeld in artikel 2 lid 12 van het Bor (vergunningvrije bouwwerken).
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en de uitstraling van de bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden;
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 18.6.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder de bestemming zijn begrepen de aanleg van dijken, waterlopen, kaden, gemalen, inlaten, bergen en afvoeren van water en maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden en dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van paden met een verhardingsbreedte van ten hoogste 1,5 m, bankjes, een vogelkijkhut, speeltoestellen, steigers, vlonderpaden, een pontje en een beweegbare brug.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 19.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voorwerken en werkzaamheden die:
De voor 'Recreatie - Groepsaccommodatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geld
ten
de volgende regel
s
:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.3, onder b, ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 en 20.2.2, ten behoeve van het splitsen van het hoofdgebouw in twee wooneenheden, mits:
Het gebruik van de bedrijfsgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
c. Kleinschalig kampeerterrein
Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen' voor kleinschalig kamperen is toegestaan, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn genoemd in artikel 48.10 Kleinschalige kampeerterreinen .
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsverguning kan worden afgweken van het bepaalde in lid 20.5.2 sub b voor het gebruik van de groepsaccommodatie als woning.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
a.
Voor het bouwen van recreatiewoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
In het recreatiepark 'Buitengebied Drentse Vennen', Amerika 10 Een, is een bedrijfsmatige exploitatie van de recreatiewoningen verplicht.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder de bestemming zijn begrepen de aanleg van dijken, waterlopen, kaden, gemalen, inlaten, bergen en afvoer van water en maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden.
In het plangebied
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - verblijfsrecreatie' mogen in totaal 203 staanplaatsen/standplaatsen aanwezig zijn. Van dit aantal dient ten minste 20% beschikbaar te zijn voor mobiele kampeermiddelen.
Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie – uitgesloten' is verblijfsrecreatie uitgesloten.
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf gelden de volgende regels:
Ten hoogste 20% van de gronden met de aanduiding 'overige zone - verbiljfsrecreatie', met een maximum van 10.000 m2 wordt ingericht met kampeermiddelen en/of daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve onderkomens, mits:
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van centrale voorzieningen en overige voorzieningen zoals sanitaire voorzieningen en wasgelegenheid, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van horeca gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in :
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder de bestemming zijn begrepen de aanleg van dijken, waterlopen, kaden, gemalen, bergen en afvoer van water en maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden.
In het plangebied
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - verblijfsrecreatie' mogen in totaal 203 staanplaatsen/standplaatsen aanwezig zijn. Van dit aantal dient ten minste 20% beschikbaar te zijn voor mobiele kampeermiddelen.
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf gelden de volgende regels:
Ten hoogste 20% van de gronden met de aanduiding 'overige zone - verblijfsrecreatie', met een maximum van 10.000 m2 wordt ingericht met kampeermiddelen en/of daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve onderkomens, mits:
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen en wasgelegenheid, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in :
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het gebruik ten behoeve van de bestemming is alleen toegestaan indien afschermende beplanting wordt aangebracht en in stand wordt gehouden, ter voorkoming van lichtverstoring door de recreatieverblijven naar het aangrenzende broedvogelgebied.
Bij de aanleg dient te worden aangetoond dat de beplanting binnen vijf jaar de voor de afscherming benodigde hoogte heeft bereikt.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Onder de bestemming zijn begrepen de aanleg van dijken, kaden en maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden.
In het plangebied
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - verblijfsrecreatie' mogen in totaal 203 staanplaatsen/standplaatsen aanwezig zijn. Van dit aantal dient ten minste 20% beschikbaar te zijn voor mobiele kampeermiddelen.
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf gelden de volgende regels:
Ten hoogste 20% van de gronden met de aanduiding 'overige zone - recreatieverblijf' met een maximum van 10.000 m2 wordt ingericht met kampeermiddelen en/of daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve onderkomens, mits:
Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen en wasgelegenheid, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in :
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn geluidwerende voorzieningen in de vorm van grondlichamen begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 8 m bedraagt met dien verstande dat de oppervlakte aan overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein' niet meer dan 300 m² bedraagt, en dat afscheidingen alleen zijn toegestaan voor zover deze vallen onder de bouwwerken als bedoeld in artikel 2 lid 12 van het Bor (vergunningvrije bouwwerken). .
De voor 'Sport - Golfbaan' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 8 m mag bedragen, met dien verstande dat afscheidingen alleen zijn toegestaan voor zover deze vallen onder de bouwwerken als bedoeld in artikel 2 lid 12 van het Bor (vergunningvrije bouwwerken).
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de landschappelijke inpassing nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gebouwd wordt buiten het bouwvlak en de bouwhoogte meer dan 3 m bedraagt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 26.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor normaal onderhoud aan leidingen, oeverbeschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, sloten en houtopstanden.
De in lid 26.4.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien door uitvoering van het werk of de werkzaamheid onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedraagt.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de situering van de inrit.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het aantal rijstroken van de in de bestemming begrepen wegen mag ten hoogste twee bedragen.
De inrichting van de wegen, straten, voet- en fietspaden is hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van verkeer.
Met uitzondering van abri's mogen op of in deze gronden geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat:
De rijksmonumentale en de provinciale monumentale panden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De gemeentelijke karakteristieke panden zijn aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geld
ten
de volgende regel
s
:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bebouwing, met dien verstande dat van de panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde zoveel mogelijk in stand wordt gehouden. Hierbij wordt in ieder geval eveneens de per pand geïnventariseerde karakteristiek betrokken, zoals aangegeven op de als bijlage opgenomen lijst 'karakteristieke panden'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2.2 ten behoeve van het realiseren van extra stalruimte bij woningen voor het uitoefenen van een agrarische hobby, met dien verstande dat:
Voor zover de bijbehorende oppervlakte cultuurgrond geen eigendom is, dient een duurzaam gebruik aannemelijk te worden gemaakt in de vorm van een beheercontract of iets dergelijks.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2.2 onder a ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bijgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
De voor 'Wonen - Boerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daarbij behorende:
met dien verstande dat:
De rijksmonumentale en de provinciale monumentale panden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'. De gemeentelijke karakteristieke panden zijn aangeduid als 'karakteristiek'.
Voor rijksmonumenten gelden de beschermende bepalingen van de Monumentenwet 1988. Voor provinciale monumenten gelden de beschermende bepalingen van de Provinciale Monumentenverordening.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, in de vorm van een boerderij, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor voormalige bedrijfsgebouwen, zoals stallen, werktuigloodsen en dergelijke, gelden de volgende
regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en de vorm van de bebouwing.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2.2, ten behoeve van het realiseren van extra stalruimte bij woningen voor het uitoefenen van een agrarische hobby, met dien verstande dat:
Voor zover de bijbehorende oppervlakte cultuurgrond geen eigendom is, dient een duurzaam gebruik aannemelijk te worden gemaakt in de vorm van een beheercontract of iets dergelijks.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2.2, onder
b
a
, ten behoeve van de bouw van bijgebouwen voor zover hiermee de maximale toegestane oppervlakte, zoals daar genoemd, wordt overschreden, met dien verstande dat:
Het gebruik van de bijgebouwen voor de inpandige opslag van caravans, boten en daarmee gelijk te stellen goederen is toegestaan.
De uitoefening van aan huis verbonden werkactiviteiten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het gebruik van de gebouwen voor een bed & breakfastvoorziening is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan, voor zover het betreft voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:
met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor hoge druk gastransportleidingen, aardgascondensaattransportleidingen en andere transportleidingen of kabels ten behoeve van de exploratie en exploitatie van delfstoffen, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits het geen kwetsbaar object betreft en de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsverguning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 31.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 31.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.2.1 voor het bouwen binnen de belemmeringenstrook overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 32.1, onder b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 32.3.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 32.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2 voor het bouwen binnen de belemmeringenstrook overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 33.1, onder b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 33.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 33.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor een waterleiding, met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsverguning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 31.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 33.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van wettelijk beschermde archeologische monumenten.
De archeologische monumenten zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage bij de regels is gevoegd.
Voor het bouwen van bouwwerken is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Noordenveld te worden ingediend.
Voor het aanleggen van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente Noordenveld te worden ingediend.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning krachtens de Monumentenwet 1988 een beschermd monument af te breken, te verstoren of in enig opzicht te wijzigen.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden.
De archeologische waarden, archeologische verwachtingswaarden en de bijzondere terreinen en gebieden zijn aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld, die als bijlage bij de regels is gevoegd.
De aanvrager van een omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die betrekking heeft op de in lid 36.1 genoemde gronden, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Wat betreft de aard en omvang van het archeologisch onderzoek gelden per gebied de specifieke eisen zoals aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld.
De leden 36.2.1, 36.2.2 en 36.2.3 zijn niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning in of op de in lid 36.1 genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De aanvrager van een in lid 36.3.1 genoemde omgevingsvergunning, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Wat betreft de aard en omvang van het archeologisch onderzoek gelden per gebied de specifieke eisen zoals aangegeven op de archeologische beleidsadvieskaart Noordenveld.
Het bepaalde in lid 36.3.1 tot en met lid 36.3.4 is niet van toepassing op de volgende werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het beekdal.
Hieronder worden het behoud, herstel en ontwikkeling van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken begrepen:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 37.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde van het beekdal.
Het is verboden op of in de als 'waarde – beekdal' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 37.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
De voor 'Waarde - Geomorfologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor behoud en de bescherming van houtstobben in de bodem die restanten zijn van bossen uit het laat-boreaal.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning mag geen afbreuk doen aan de in de in lid 38.1 omschreven waarden.
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de essen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 39.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de essen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 39.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken en/of werkzaamheden:
Alvorens de vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag het Libau om advies.
De voor 'Waarde - Natuur 1' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
Het behoud, herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en/of archeologische waarden worden nagestreefd door middel van behoud en herstel van de volgende kenmerken:
De onder a en b omschreven bestemmingsomschrijving, voor zover betrekking hebbend op de aanwijzingsbesluiten van de Habitat- en Vogelrichtlijngebieden, is niet van toepassing op bestaande bebouwing (inclusief tuinen en erven) en verhardingen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 40.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en archeologische waarden.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 40.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen en op werken en werkzaamheden ten behoeve van natuurbeheer.
De omgevingsvergunning mag geen afbreuk doen aan de in de in lid 40.1 omschreven waarden en habitattypen.
De voor 'Waarde - Natuur 2' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
Het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke en/of archeologische waarden worden nagestreefd door middel van behoud en herstel van de volgende kenmerken:
De onder lid 41.1, sub a omschreven bestemmingsomschrijving, voor zover betrekking hebbend op de aanwijzingsbesluiten van de Habitatgebieden, is niet van toepassing op bestaande bebouwing (inclusief tuinen en erven) en verhardingen;
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 41.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en archeologische waarden.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 41.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen en op werken en werkzaamheden ten behoeve van natuurbeheer.
De omgevingsvergunning mag geen afbreuk doen aan de in de in lid 41.1 omschreven waarden en habitattypen.
De voor 'Waarde - Natuur 3' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor:
Het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke en/of archeologische waarden wordt nagestreefd door middel van het behoud en herstel van de volgende kenmerken:
De in lid 42.1, onder a omschreven bestemmingsomschrijving, voor zover betrekking hebbend op de aanwijzingsbesluiten van de Vogelrichtlijngebieden, is niet van toepassing op bestaande bebouwing (inclusief tuinen en erven) en verhardingen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van de gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de bestemming Waterstaat – Waterbergingsgebied, zoals genoemd in artikel 44 Waterstaat - Waterbergingsgebied.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 42.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en archeologische waarden.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 42.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen en op werken en werkzaamheden ten behoeve van natuurbeheer en waterberging zoals omschreven in artikel 44.
De omgevingsvergunning mag geen afbreuk doen aan de in de in lid 42.1 omschreven waarden.
De voor 'Waarde - Natuur 4' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke waarden van het Natuurmonument Elzenbroek, met dien verstande dat onder het behoud en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden het behoud en/of herstel van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken wordt begrepen:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 43.2, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en archeologische waarden.
Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 43.5.1, onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud betreffen en op werken en werkzaamheden ten behoeve van natuurbeheer.
De omgevingsvergunning mag geen afbreuk doen aan de in de in lid 43.1 omschreven waarden.
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor:
Onder het doel 'behoud en ontwikkeling van natuurwaarden' zijn tevens dagrecreatieve voorzieningen begrepen.
Onder de bestemming zijn de aanleg van dijken, waterlopen, kaden, gemalen, inlaten en overige kunstwerken ten behoeve van het inlaten, bergen en afvoeren van boezemwater en maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden en daaraan gekoppelde dagrecreatieve voorzieningen begrepen. Deze inrichting vindt plaats conform het door het Waterschap Noorderzijlvest voor het gebied op 4 juli 2007 vastgestelde en op 4 september 2007 door Gedeputeerde Staten van Drenthe goedgekeurde en in werking getreden 'Inrichtingsplan waterberging-natuur Roden-Norg' en/of het op 4 maart 2008 door Gedeputeerde Staten van Drenthe vastgestelde 'Inrichtingsplan Herinrichting Peize' en/of het op 7 maart 2012 vastgestelde en in werking getreden 'Herziening Facetbestemmingsplan Waterberging en Natuurontwikkeling Roden - Norg'.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt, met dien verstande dat de bouwhoogte van een uitkijktoren en kunstuitingen niet meer dan 26 m bedraagt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder lid 44.3.1, onder a en b is niet van toepassing op werkzaamheden die het normale (agrarische) gebruik, dan wel het normale onderhoud betreffen.
Alvorens over de onder lid 44.3.1 bedoelde vergunning voor werkzaamheden met een bodemverstoring te beslissen, plegen burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog en/of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien verkennend archeologisch onderzoek is uitgevoerd en daarbij aangetroffen archeologische waarden door middel van behoud in de gronden, dan wel opgraving kunnen worden gegarandeerd, met dien verstande dat geen archeologisch onderzoek is vereist wanneer door de provinciaal archeoloog is aangegeven dat onderzoek niet noodzakelijk is.
op grond van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterbergingsgebied kunnen worden uitgevoerd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het gebruik van de gronden voor paardenbakken buiten bouwpercelen is toegestaan, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bestaande kleinschalige kampeerterreinen, gelegen buiten de bebouwde kom die op het moment van de vaststelling van de nota Kampeerbeleid in mei 2007 meer dan 15 staanplaatsen hadden (tot een maximum aantal van 25) en die aan de overige gestelde voorwaarden kunnen voldoen, mogen het bestaande gebruik voortzetten.
De bovengenoemde kampeerterreinen zijn vermeld op de als bijlage opgenomen lijst bestaande kleinschalige kampeerterreinen. P.M. lijst nog aanpassen
Ter plaatse van aanduiding 'geluidzone' geldt
een zone als bedoeld in artikel 40 en artikel 41, eerste en
twede lid van de Wet geludhinder. Binnen deze zone
de volgende aanvullende regel:
in afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere voor die gronden aangewezen
bestemmingen
mogen
in of op deze gronden
geen
nieuwe
geluidgevoelige objecten
gebouwen
worden
gerealiseerd. gebouwd. Vervanging van bestaande geluidgevoelige objecten is slechts toegestaan
indien wordt voldaan aan de bepalingen van de Wet geluidhinder.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden
gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van
bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt
uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1.1 en worden toegestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het motorcrossterrein Steenbergerveld van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de vastgestelde maximaal toegestane geluidsbelasting.
Onder strijdig gebruik binnen de aanduiding 'geluidzone' wordt begrepen het gebruik van gebouwen als geluidgevoelig object.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1.3 en worden toegestaan dat niet-geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw, mits de geluidsbelasting vanwege het motorcrossterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt met het oog op het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige gebouwen de volgende aanvullende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.2.1 en worden toegestaan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Onder strijdig gebruik ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt begrepen het gebruik van gebouwen als geluidgevoelig object.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.2.3 en worden toegestaan dat niet geluidgevoelige gebouwen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied', gelden met het oog op de drinkwaterwinning, drinkwaterproductie en drinkwaterdistributie, alsmede de bescherming van de grondwaterkwaliteit de volgende aanvullende regels.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.3.1, voor het bouwen ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de drinkwaterwinning, drinkwaterproductie en drinkwaterdistributie.
de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - hydrologische beïnvloeding' zijn aangewezen voor het herstel, het behoud en de ontwikkeling van de hydrologische waarden van de Natura 2000-gebieden Fochteloërveen en Norgerholt.
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.1.3 en worden toegestaan dat er grondbewerkingen dieper dan 0,4 m worden uitgevoerd en/of dat het greppel- en slotenpatroon worden gewijzigd, mits is aangetoond dat deze werkzaamheden de hydrologische waarden van de Natura 2000-gebieden niet negatief beïnvloeden.
Ter plaatse van de aanduiding 'open agrarisch gebied' gelden, met het oog op het behoud, herstel en ontwikkeling van de openheid, de volgende aanvullende regels:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, gelden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – bevi' de volgende regels:
de bouw van beperkt kwetsbare objecten is toegestaan mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' wordt verwijderd, mits de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.
De voor 'Veiligheidszone - munitie 1' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van risicogevoelige bouwwerken en objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in de gronden, die gelegen zijn binnen de 'Veiligheidszone - munitie 1' geen risicogevoelige bouwwerken worden opgericht.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat:
Op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie 1' zijn geen nieuwe woon- of
andere bebouwing, openbare wegen, parkeerterreinen, spoorwegen of druk bevaren waterwegen
toegestaan.
Uitbreiding van een woning om het woongenot te vergroten is toegestaan.
Bedrijfsuitbreidingen zijn toegestaan binnen het bestaande bestemmingsvlak.
Recreatie is binnen deze zone niet toegestaan, noch in de vorm van verblijfsrecreatie, noch in de vorm van
sportief of recreatief medegebruik.
Agrarisch gebruik van gronden en bestaande bouwwerken is toegestaan.
Voor zover activiteiten of functies kunnen worden toegestaan, wordt vooraf advies ingewonnen bij de
inspectie VROM.
De voor 'Veiligheidszone - munitie 2' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van risicogevoelige bouwwerken en objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in de gronden, die gelegen zijn binnen de 'Veiligheidszone - munitie 2' geen risicogevoelige bouwwerken worden opgericht.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat:
Op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie 2' is geen nieuwe
bebouwing toegestaan, waarin zich regelmatig personen bevinden, zoals woningen, winkels,
kantoren, fabrieken, cafés en dergelijke.
Uitbreiding of splitsing van bestaande woonbebouwing is niet toegestaan.
Uitbreiding van een woning om het woongenot te vergroten, is toegestaan.
Bedrijfsuitbreidingen zijn toegestaan binnen het bestaande bestemmingsvlak.
Wegen met beperkt verkeer zijn toelaatbaar.
Verblijfsrecreatie, in enigerlei vorm, is niet toelaatbaar.
Recreatief medegebruik is toelaatbaar, doch niet in geconcentreerde vorm zoals sportvelden en
zwembaden.
Voor zover activiteiten of functies kunnen worden toegestaan, wordt vooraf advies ingewonnen bij
het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
De voor 'Veiligheidszone - munitie 3' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van risicogevoelige bouwwerken en objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in de gronden, die gelegen zijn binnen de 'Veiligheidszone - munitie 3' geen bouwwerken worden opgericht met vlies- of gordijngevelconstructies of grote glasoppervlakten en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat:
Op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie 3' is geen nieuwe
bebouwing of uitbreiding van bebouwing toegestaan voorzien van glasvlies- of glasgordijngevels en
zijn geen gebouwen toegestaan met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot
aantal personen bevindt.
Voor zover activiteiten of functies kunnen worden toegestaan, wordt vooraf advies ingewonnen bij
het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels bij de bestemmingen geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 47.10.1 indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de molen als werktuig en beeldbepalend element.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan ten behoeve van de aanleg van een theetuin, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven.
Bij omgevingsvergunning kan
- tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is -
worden afgeweken van het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat
bestemmings- of
bouwgrenzen,
niet
zijnde bestemmingsgrenzen,
worden overschreden
voor zover dit van belang is voor een technisch
betere realisering van bouwwerken, dan wel voor zover dit noodzaklijk is in verband met de
werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en
het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. indien een meetverschil daartoe
aanleiding geeft.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor de bouw van zendmasten, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor de bouw van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van openbaar nut zoals gemalen, transformatorstations, telefooncellen, wachthuisjes en dergelijke, tot een maximum inhoud van 75 m³ en een maximum bouwhoogte van 3 m, mits deze op zorgvuldige wijze landschappelijk worden ingepast.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het bouwen van beheergebouwen ten behoeve van het beheer van bos, natuur en landschap, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan ten behoeve van
het
inrichten van tuinen en
de uitbreiding van erven buiten de voor een woonfunctie bestemde gronden, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan ten behoeve van het inrichten van landschapstuinen buiten de voor een woonfunctie bestemde gronden, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan ten behoeve van de bouw van schuilstallen, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het oprichten en exploiteren van een
kleinschalig
kampeerterrein
voor kleinschalige verblijfsrecreatie
, met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor de aanleg en het gebruik van de gronden bij (bedrijfs)woningen voor paardenbakken, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - paardenbak', en met uitzondering van de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2 en/of Waarde - Beekdal en/of Waarde - Landschap, uitsluitend indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de bouw van
ten
hoogste
één
of twee
woning
(en)
uitsluitend als compensatie voor de sloop van alle voor 2 juni 2010 bestaande landschappelijk ontsierende voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, mits:
Het samenvoegen van agrarische bebouwing op meerdere percelen is mogelijk om te komen tot de sloopnorm van 750 m2
of 2.000 m2
.
Saldering geeft slechts recht op de bouw van één
compensatiewoning.
In afwijking van het vorenstaande wordt de woning niet gerealiseerd ter plaatse van de af te breken bebouwing, maar gesitueerd nabij bestaande kernen, bebouwingslinten/clusters, indien de te realiseren woning ter plaatse een onevenredige afbreuk doet aan essentiële ruimtelijke of ecologische randvoorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van:
Vestiging is uitsluitend toegestaan in bestaande niet-agrarische bedrijven en bestaande agrarische bedrijven, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het laten vervallen van de aanduiding 'karakteristiek', uitsluitend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het toekennen van de aanduiding 'karakteristiek' aan een pand, uitsluitend indien werkzaamheden zijn uitgevoerd waardoor de karakteristieke hoofdvorm van het betreffende pand is hersteld.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de vestiging van een natuurkampeerterrein, met dien verstande dat:
Een besluit tot wijziging wordt niet genomen indien de wijziging leidt tot een onevenredige aantasting van de in lid 1 van het betreffende artikel omschreven waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het verplaatsen van de voorgevellijn van het hoofdgebouw, mits er geen onvenredige aantasting plaatsvindt van:
Dit plan is een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noordenveld' van de gemeente Noordenveld, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 17 april 2013, met dien verstande dat:
Bij bouwen, dan wel het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden welke gevolgen kunnen hebben voor de waterhuishouding, wordt de waterbeherende instantie om advies gevraagd.
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden tot het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, dan wel toepassing te geven aan wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening wordt getoetst of de ontwikkeling past in het bebouwings- en landschapsbeeld, in de zin dat dit in overeenstemming dient te zijn met het Landschapsbeleidsplan van de gemeente Noordenveld.
Voor activiteiten in dit bestemmingsplan waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist of waarbij toepassing wordt gegeven aan een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, dient. in de daarvoor in aanmerking komende situaties:
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, dan wel toepassing te geven aan een
wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening, dient - in de daarvoor in
aanmerking komende situaties - een onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet te worden
uitgevoerd.
Lid 51.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan Buitengebied Noordenveld - veegplan.